
Motorische ontwikkeling van baby tot kleuter
Tips voor thuis van professionals
Het ene moment kijk je naar je pasgeboren baby; zo lief en kwetsbaar… Je knippert een paar keer met je ogen en daar stapt hij of zij trots als een pauw rond, klaar om de wereld te ontdekken. De ontwikkeling van kinderen gaat, vooral in het eerste jaar, ontzettend snel. Het geboortegewicht wordt in het eerste jaar verdubbeld. De lengte, bij de geboorte zo’n 50 cm, is na een jaar al 75 cm. Ook de hersenen maken gedurende het eerste jaar een flink groeispurt door. Ze nemen met ongeveer 50 procent in gewicht toe. Met de groei van de hersenen, wordt ook de motoriek van je kind steeds beter.
In deze duo blog vertelt kinderfysiotherapeut Tessa van der Velde over de verschillende fases in de motorische ontwikkeling van je kindje en onze pedagogisch coach Mieke van der Kroft hoe de pedagogisch medewerkers bij Hero kindercentra de kinderen stimuleren in hun motorische groei. Ze geven je praktische tips hoe je dit thuis ook spelenderwijs kunt doen.
Motorische ontwikkeling van 0 tot 4 jaar.
In de eerste vier jaar verandert er veel in de motoriek van een kind. Alle bewegingen die het lichaam maakt, zoals arm- en beenbewegingen bestaan uit een samenwerking tussen hersenen, spieren en ledematen. De hersenen worden door de motorische ontwikkeling geactiveerd, door veel herhaling van bepaalde bewegingen worden deze geautomatiseerd. Dit wil zeggen dat de beweging ‘vanzelf’ gaat, zoals bijvoorbeeld het lopen. Met vallen en opstaan wordt dit geoefend en na een langere tijd oefenen gaat het lopen goed zonder dat we hier de hele tijd nadenken over wat en hoe we dit moeten doen.
We kennen twee verschillende soorten motoriek: de grove motoriek; dit zijn alle grote bewegingen die je met je lichaam maakt, zoals het kruipen, lopen en fietsen. En de fijne motoriek; dit zijn alle kleine bewegingen die je maakt met je handen en vingers, zoals tekenen en schrijven.
De ontwikkeling gaat met motorische mijlpalen, zoals rollen, zitten, staan en lopen. Hierbij is het goed om te weten dat er veel variatie is wanneer kinderen deze mijlpalen laten zien en hoe ze het doen. Dit kan per kind tot maanden verschillen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken als je dreumes iets (nog) niet kan.
Motorische ontwikkeling 0 tot 1 jaar
Ontdekking van het eigen lichaam
Theorie: De eerste weken ligt een baby vooral op zijn rug en zal hij gaan volgen en draaien met zijn hoofd. Dit is belangrijk om een voorkeurshouding en eventuele afplatting van het hoofdje te voorkomen. Ook de buikligging is erg belangrijk om de nek- en rugspieren te trainen die later weer nodig zijn voor het rollen, zitten en gaan staan.
Rond 3 maanden kan een baby zijn hoofd enige tijd oprichten en worden schokkerige bewegingen met de armen en benen steeds vloeiender. Waar in de eerste weken de handen in een vuist zitten, gaan de vingers steeds meer open. Het reiken en grijpen gaat van onwillekeurig naar het doelgericht pakken van een speeltje.
Van het ontdekken van de eigen handen en het brengen van de voeten naar de mond zal een baby steeds vaker een poging doen om op zijn zij te komen om uiteindelijk door te rollen naar zijn buik. De meeste kinderen hebben het rollen rond de 6 maanden onder de knie.
Vanuit de buikligging gaat een baby zich voortbewegen door te tijgeren en/of te kruipen. De meeste kinderen beginnen met tijgeren rond de 7 tot 8 maanden en gaan vanaf 9/10 maanden kruipen. Rond deze leeftijd zal het zitten ook steeds beter gaan, de spieren in de rug en nek zijn sterk genoeg om rechtop te zitten. Ook de fijne motoriek wordt steeds vloeiender. Van het onwillekeurig iets met de hele handpalm pakken zal het steeds meer naar een pincetgreep gaan; iets oppakken met 2 vingers en blokjes in een doosje stoppen.
Na het kruipen zien we vaak dat kinderen zich gaan optrekken aan de bank of tafel om tot stand te komen. Dit wordt gevolgd door overpakken tussen bank en tafel naar het los lopen. Om het loslopen onder de knie te krijgen is oefenen erg belangrijk, meters maken! Loslopen doen kinderen gemiddeld tussen de 13 en 15 maanden. Rond 1 jaar zien we bij de fijne motoriek dat er (dikke) bladzijde omgeslagen kunnen worden en er gedronken wordt uit een eigen beker.
Praktijk: Bij Hero kindercentra geven we baby’s veel bewegingsruimte. De groepsruimten zijn er zo op ingericht dat hele jonge kinderen zich veilig op de grond kunnen bewegen. Kinderen worden veel op hun buik gelegd zodat de buiklig goed geoefend wordt. Wanneer kinderen zich om kunnen rollen en speeltjes kunnen grijpen, stimuleren we het kind om te bewegen door een speeltje net even iets verder te leggen dan zijn reikwijdte zodat hij of zij moeite moet doen om het speeltje te pakken. Zo stimuleren we de beweging. Uiteraard wordt het kindje geholpen wanneer het niet lukt om iets te pakken. Door dicht bij de baby in de buurt te zijn kunnen we de baby uitdagen en begeleiden in zijn of haar motorische ontwikkeling. Wanneer kinderen beginnen met stapjes zetten, helpen we hen daarbij door steun te bieden. De ruimte is zo ingericht dat er voor het kind ook mogelijkheden zijn om stapjes te zetten langs een laag kastje of tafeltje.
Tip voor thuis: Ligt jouw baby vaak in de box of in de wipper? Leg je baby dan regelmatig op zijn buik op het (speel)kleed om samen te spelen en daag hem of haar uit om zelf zijn speeltjes te pakken.
Motorische ontwikkeling 1 tot 2 jaar:
Grenzen verleggen
Theorie: Het eerste jaar is voorbij, de ontwikkeling blijft doorgaan maar zal minder snel grote veranderingen laten zien dan in het eerste jaar. Het lopen wordt steeds meer geautomatiseerd en het evenwicht wordt beter. Als kinderen goed kunnen lopen zie je dat er meer gevarieerd gaat worden. Ze gaan bijvoorbeeld achteruitlopen, op de tenen lopen en het lopen met iets in de hand zal steeds beter gaan. Kinderen worden vaak ook handiger met opstaan van de grond en klimmen op de trap. Op en af stapjes gaan beter zonder hulp. Rond 1,5 jaar zullen kinderen vaker met een bal gooien of proberen tegen een bal te schoppen.
Het aan- en uitkleden wordt in deze leeftijd steeds makkelijker. Het uitrekken van de sokken zullen kinderen zelf gaan doen. Ook het eten met een vork of lepel wordt flink geoefend. De toren met blokjes zal steeds hoger worden.
Praktijk: Bij Hero kindercentra laten we kinderen veel bewegen. Dit doen we door middel van het aanbieden van verschillende bewegingsactiviteiten die in onze speel- en leermethode Uk & Puk verwerkt zijn. Door middel van Uk & Puk worden alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd, zo ook de motorische ontwikkeling. Niet alleen de bewegingsactiviteiten komen aan bod maar ook het spelen met constructiemateriaal zoals blokken. We spelen iedere dag buiten met de kinderen, waar zij ook de ruimte hebben om lekker te bewegen. We vragen kinderen te helpen met zichzelf uitkleden om dit te oefenen. Kinderen eten zelfstandig en leren al op jonge leeftijd uit een gewone beker te drinken.
Tip voor thuis: Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Dit tempo wordt deels bepaald door de eigen ‘drive’ van een kind om zich te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren. Dit tempo kan ook beïnvloed worden door de omgeving. Denk hierbij aan broertjes en zusjes of ouders die een kind alles aandragen waar het maar om roept. Je kunt je voorstellen dat je dan motorisch minder wordt uitgedaagd omdat het kind een andere oplossing heeft bedacht om aan speelgoed te komen, te eten of zijn sokken uit te trekken. Het kost wat meer tijd, maar stimuleer je kind dingen zelf te proberen ook al lukt het nog niet altijd in een keer.
Motorische ontwikkeling 2 tot 3 jaar:
Sprong in de ontwikkeling
Theorie: Tussen het tweede en derde levensjaar breidt het bewegingsrepertoire zich uit en is het kind voortdurend bezig nieuwe combinaties uit te proberen. Het kind leert in deze periode steeds beter doelgericht strategieën te selecteren. Hij of zij kan zich zo beter aanpassen aan de omgeving, bijvoorbeeld door het looppatroon aan te passen om over een drempel te stappen en het grijpen aan te passen aan de vorm van het materiaal. In de loop van deze ontwikkelingsfase worden functies verder geautomatiseerd.
Rond deze leeftijd gaan kinderen het springen ontdekken. Eerst zullen ze nog niet van de grond af komen maar dit zal steeds beter gaan. Traplopen, schoppen tegen een bal en vangen zijn ook vaardigheden die flink geoefend worden in deze leeftijd. Hierbij wordt het evenwicht ook steeds beter en zal een loopfiets een leuke uitdaging zijn.
Interesse voor potloden zal vanaf nu steeds meer ontstaan. Er zullen lijnen op een papier gezet worden met een potlood dat helemaal in de handpalm zit. Het opendraaien van iets, bijvoorbeeld potten wordt ook steeds interessanter.
Praktijk: Door middel van het aanbieden van verschillende activiteiten stimuleren we bij Hero de motorische ontwikkeling van de kinderen. Er worden bijvoorbeeld parcourtjes uitgezet waar peuters dan overheen mogen klimmen. Er worden balspelletjes gedaan, fietsjes worden aangeboden met het buitenspelen en ook wordt de fijne motoriek gestimuleerd door bijvoorbeeld het laten maken een tekening. Ook worden er kringspelletjes gedaan en zijn we ons bewust van het feit dat kinderen veel moeten bewegen en daarom laten we hen niet onnodig stil zitten. De activiteiten worden aangeboden onder andere door middel van de methode Uk & Puk zoals eerder genoemd, maar ook worden en workshops gegeven die het bewegen bij kinderen stimuleren, zoals ‘beweegkriebels’. Een externe beweegcoach komt dan op de locaties langs om verschillende activiteiten aan te bieden die betrekking hebben om de motorische ontwikkeling.
Tip voor thuis: Biedt veel verschillende soorten speelgoed aan zodat je kindje zowel de fijne motoriek als de grove motoriek oefent. Dus een puzzel met grote stukken, een vormenkubus of blokken, zet een muziekje op om samen te ‘dansen’ en ga lekker vaak naar buiten om te rennen, klimmen en zandtaartjes te bouwen.
Motorische ontwikkeling 3 tot 4 jaar:
Op weg naar zelfstandigheid
Theorie: Peuters zijn dol op klimmen en klauteren en gaan hun grenzen verkennen. Ze worden sterker en hun evenwicht wordt beter. Ze lopen bijvoorbeeld steeds makkelijker over een bank of boomstam en bij het springen vanaf de grond komen de kinderen steeds hoger. Waar de bal bij het vangen eerst gelijk tegen het lichaam aan werd gedrukt zal je nu gaan zien dat een kind de bal kan vangen zonder deze tegen zijn lichaam aan te duwen.
Kinderen van deze leeftijd worden steeds zelfstandiger. Dit zie je terug in het aan- en uitkleden, het eten met bestek en het drinken uit een beker. Kleine voorwerpen kunnen goed vastgepakt worden en ook het maken van een puzzel wordt steeds makkelijker. De manier waarop de kinderen een potlood vasthouden lijkt al meer op een driepuntsgreep die ze op de basisschool leren.
Praktijk: Hero kindercentra stimuleert kinderen in hun zelfstandigheid. Zo mogen de kinderen zich bijvoorbeeld voor het slapen gaan zelf uitkleden, en worden zij wanneer zij hier hulp bij nodig hebben, bij geholpen. Voor het naar buiten gaan mogen kinderen zelf hun jas pakken en deze ook aandoen. Ook het smeren van hun boterham mogen zij zelf proberen. We bieden bij de peuters die dit aankunnen, ook kleiner speelgoed zoals LEGO aan. Zij bouwen dan met de kleine blokjes waarmee hun fijne motoriek wordt gestimuleerd.
Tips voor thuis:
- Is het vangen van een bal nog wat lastig? Oefen met een ballon, deze komt minder snel naar beneden en zo hebben de kinderen meer tijd om deze te vangen.
- Om het evenwicht te oefenen, maak je van stoepranden buiten een evenwichtsbalk
- Biedt veel verschillende potloden en krijtjes aan, dik en dun om de pengreep oefenen kan te stimuleren.
Even voorstellen
Mieke van der Kroft is pedagogisch coach voor de kinderdagverblijven van Hero kindercentra. Zij coacht pedagogisch medewerkers over pedagogische onderwerpen en adviseert hen als er kinderen zijn die opvallen in hun ontwikkeling en wat extra aandacht nodig hebben.
Tessa van der Velde is kinderfysiotherapeut en mede-eigenaar van De Fysio Studio, een fysiotherapiepraktijk in Amsterdam West. Zij is werkzaam in de prakrijk en werk veel samen met basisscholen. Zij is moeder van Senne (3,5) en Mats (1 jaar) die 2 dagen per week bij Hero KDV Crommelinstraat naar de opvang gaan.