Zindelijk word je op je eigen moment.
Zo’n 8000 luiers heb je verschoond voordat jouw kindje zindelijk is! Niet gek dus dat de meeste ouders niet kunnen wachten tot ze uit de luiers zijn. Maar wees gerust, de meeste kinderen worden tussen tweeëneenhalf en vier jaar min of meer vanzelf zindelijk. Wij vinden het vooral belangrijk dat kinderen er zelf aan toe moeten zijn. Het proces gaat dan over het algemeen vlotter en gemakkelijker. Wat natuurlijk fijn is voor jou als ouder, maar in de eerste plaats minder stressvol is voor je kind. Uiteraard kun je je peuter wel helpen bij het zindelijk worden. Ik geef je graag wat handvatten.
Wanneer is je kind er aan toe?
De meeste kinderen worden vanzelf nieuwsgierig in wat er nou gebeurd op de WC. Je kind drentelt waarschijnlijk al regelmatig achter je aan als je zelf de wc bezoekt. Laat het vooral zijn gang gaan, want zo ziet hij of zij gelijk dat naar de WC gaan heel gewoon is.
Daarnaast worden kinderen zich, naarmate ze ouder worden, steeds meer bewust van hun natte en vieze luiers. Sommige kinderen vinden het echt niet meer fijn om in een vieze luier te lopen en zullen jou laten weten dat ze een schone luier willen. Dit zijn momenten waarop kinderen gevoelig zullen zijn om eens de WC of een potje uit te gaan proberen.
Hoe pak je dit nou aan?
- Kijk goed naar je kind om te bepalenwanneer je kind eraan toe is en wacht dan niet te lang om de stap te maken.
- Zoek een geschikt moment om hiermee te beginnen. Veel ouders kiezen een vakantie omdat er dan wat meer rust en aandacht is om het kind te begeleiden.
- Zorg ervoor dat je je kind makkelijke kleding aantrekt die gemakkelijk uit te trekken zijn als het naar de WC moet. Ook een luierbroekje en/of onderbroek (in plaats van een romper) maken het proces gemakkelijker en maken je kind sneller zelfstandig.
- Kies vaste momenten uit op een dag om je kind op het potje of op de WC te laten zitten, na het slapen en na het eten zijn vaak geschikte momenten omdat kinderen dan van nature vaak zullen moeten plassen.
- Blijf bij je kind terwijl het op het potje zit, je kunt samen een liedje zingen of een boekje lezen. Als het kind zich gaat ontspannen zal er mogelijk een plasje komen. Je kunt het potje ook in de woonkamer zetten ter overbrugging als de WC nog een beetje ver weg is of spannend.
Potje-lectuur top 5
- Potje! Mylo Freeman
- Het grote billenboek. Guido van Genechten
- Hé, wie zit er op de wc? Harmen van Straaten
- Bobbi op het potje. Ingeborg Bijlsma
- Naar de echte wc. (flapjesboek) Anita Bijsterbosch
- Als je de luier uitdoen nog een te grote stap vind, kun je ook een onderbroek onder de luier aan doen, dan voelt het kind sneller dat het plast. Natuurlijk wel fijn om daarna direct weer een droge onderbroek aan te doen.
- Complimenteer het kind op de poging die het heeft gedaan; Wat goed dat je het hebt geprobeerd, het lukt nu niet, we proberen het straks weer. Maar ook zeker als het gelukt is: Goed gedaan, je hebt een plasje op het potje gedaan!. Belangrijk in het proces van zindelijk worden is dat je altijd positief blijft, ook als er ongelukjes gebeuren; ‘Een ongelukje kan gebeuren, geeft niet.’ of als het niet lukt ‘Geen probleem, we proberen het straks gewoon weer.’.
- Daarnaast is het van belang om je kind regelmatig te vragen of het ook moet plassen. Op die manier blijft het kind alert op een gevoel van aandrang.
Zo sluit Hero kindercentra aan op de zindelijkheidstraining
Voor kinderen is het van belang om thuis in hun vertrouwde omgeving te oefenen met zindelijk worden. De pedagogisch medewerkers op de groep sluiten aan bij de initiatieven en behoeften van het kind. Kinderen die nog niet zindelijk zijn, maar wel even op de wc willen zitten, worden hierin gestimuleerd. We volgen het tempo van het kind. Af en toe een ‘ongelukje’ hoort erbij, ook op de opvang geeft dat niks.
Wij stimuleren kinderen om zelf hun broek los- en vast te maken, op de wc te gaan zitten en zelf hun handen te wassen na het toiletbezoek. De kinderen hebben deze zelfredzaamheid namelijk ook nodig op de basisschool.
Mocht je vragen hebben over de zindelijkheidstraining. Vraag het dan gerust aan de pedagogisch medewerker op de groep van jouw zoon of dochter. Zij kennen jouw kind en kunnen samen met jou een aanpak bepalen die bij hem of haar past.
