Het ontwikkelingsproces van kinderen volgen we op de voet.
Het volgen van het kind doen wij als volgt:
Ontwikkeling van het kind
We houden er rekening mee dat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt.
We observeren de kinderen dagelijks en zien hoe het met de kinderen gaat, welke mijlpalen ze hebben bereikt en welke behoeftes en interesses ze hebben.
We stemmen onze begeleiding en het aanbod hier op af.
Kindvolgsysteem
We werken met een kindvolgsysteem, waarin we jaarlijks onze observaties vastleggen.
We vragen aan de kinderen vanaf 7 jaar hoe zij de opvang ervaren.
We gebruiken de uitkomsten als basis voor het gesprek tussen de mentor en ouders.
Mentorschap
We wijzen ieder kind een mentor toe die het eerste aanspreekpunt voor kind en ouders is.
We vertellen ouders tijdens het intakegesprek wie de mentor van hun kind is en we vermelden dit in de ouderapp.
We vertellen de kinderen wie hun mentor is tijdens het intakegesprek of tijdens de eerste opvangdag én bij iedere wisseling van groep of mentor.
De mentor voert (bij voorkeur) het intakegesprek met ouders, volgt de ontwikkeling van het kind, plant de observaties in en voert deze uit.
De mentor bespreekt de ontwikkeling en het welzijn van het kind minimaal één keer per jaar met de ouders.
Kinderen die opvallen
Wij accepteren kinderen zoals ze zijn: elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo.
We overleggen met ouders, collega’s, de clustermanager of pedagogisch coach wanneer we iets opvallends zien bij een kind en ons hier zorgen over maken.
We doen zo nodig extra observaties en stellen een plan van aanpak op waarin is beschreven op welke manier het kind door ons zal worden begeleid.
We betrekken ouders tijdens het hele proces en evalueren de resultaten van het plan van aanpak met hen. We kunnen ouders bijvoorbeeld doorverwijzen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of (na toestemming van ouders) hier zelf ondersteuning vragen.
We volgen in dit proces het protocol ‘Kinderen die Opvallen’. De clustermanager, de pedagogisch coach of de inhoudelijk manager pedagogiek en VVE kunnen hierbij ondersteuning bieden.
Positief omgaan met ongewenst gedrag: Morele ontwikkeling
We realiseren ons dat bij kinderen het moreel besef zich nog moet ontwikkelen.
We helpen kinderen door op een positieve manier te vertellen wat wel en niet mag.
We leggen uit welke regels er gelden en waarom.
Wij helpen kinderen om emoties op een goede manier te uiten.
We leren kinderen wat de ander voelt of ervaart.
Omgaan met ongewenst gedrag
We proberen na te gaan wat de oorzaak van ongewenst gedrag is zodat we aan kunnen sluiten bij wat het kind nodig heeft om weer prettig manier te doen in de groep.
We accepteren dat ‘lastig’ gedrag soms gerelateerd is aan een ontwikkelingsfase en we proberen het kind hiermee te helpen.
We gaan geen strijd aan maar we blijven geduldig, bieden duidelijkheid, geven keuzes en gedragsalternatieven.
We stellen zo nodig duidelijke grenzen en benadrukken de regels van de groep.
We geven kinderen geen straf, maar ongewenst gedrag kan wel consequenties hebben (bijvoorbeeld iets proberen te repareren dat kapotgemaakt is).
We halen een kind soms even uit de situatie (we bespreken wat er mis gaat en hoe het kan worden opgelost). We helpen het kind daarna om het opnieuw te proberen.
Omgaan met pesten
We besteden veel aandacht aan groepsvorming en we dragen uit dat iedereen in de groep erbij hoort.
We vinden het belangrijk dat de kinderen respectvol met elkaar omgaan, ongeacht hun verschillen.
We grijpen in als er sprake is van pestgedrag: we praten hierover en zoeken samen naar een goede oplossing, waar nodig in samenspraak met de clustermanager of pedagogisch coach.
We betrekken de pester, het gepeste kind, de meelopers en omstanders in de oplossing.
We gaan in gesprek gaan met de ouder(s) en/of school van de betrokken kinderen.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
We werken met de meldcode als er signalen zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit is een wettelijke verplichting.
We volgen een stappenplan als we zorgen hebben over een kind, die mogelijk kunnen duiden op kindermishandeling in de thuissituatie, door een medewerker van de kinderopvang of door de kinderen onderling.
Wij bespreken onze vragen of zorgen ook met ouders.
We hebben aandachtsfunctionarissen binnen de organisatie die adviseren en ondersteuning bieden.
Pedagogisch medewerkers worden jaarlijks geïnformeerd over de meldcode.