Het ontwikkelingsproces van kinderen volgen we op de voet.
Het volgen van het kind doen wij als volgt:
Ontwikkeling van het kind
We houden er rekening mee dat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt.
We observeren de kinderen dagelijks en zien hoe het met de kinderen gaat, welke mijlpalen ze hebben bereikt en welke behoeftes en interesses ze hebben.
We stemmen onze begeleiding en het aanbod hier op af.
Kindvolgsysteem
Wij werken met het digitale observatiesysteem KIJK!.
Wij noteren onze observaties in KIJK! en maken periodiek een registratie waarin de brede ontwikkeling van het kind in kaart is gebracht en zichtbaar is welke ‘mijlpalen’ het kind al heeft bereikt.
We sturen de gegevens uit KIJK! door naar de basisschool (als ouders toestemming geven).
We vragen aan ouders of hun kind naar een BSO zal gaan. Als dit het geval is geven we ook een overdracht aan de BSO (als ouders toestemming geven).
Overdracht
We gebruiken voor de overdracht naar de basisschool en de BSO het overdrachtsformulier uit KIJK!.
De mentor van het kind vult het overdrachtsformulier in en bespreekt het met de ouders.
Ouders moeten schriftelijk toestemming geven voor deze overdracht aan school of aan een BSO van een andere organisatie.
We kunnen indien nodig contact opnemen met de school of de BSO om de schriftelijke overdracht toe te lichten, na toestemming van ouders.
Mentorschap
We wijzen ieder kind een mentor toe die het eerste aanspreekpunt voor de ouders is.
We vertellen ouders tijdens het intakegesprek wie de mentor van hun kind is en we vermelden dit in de ouderapp.
We vertellen de kinderen wie hun mentor is tijdens hun eerste opvangdag en bij iedere wisseling van groep of mentor.
De mentor voert (bij voorkeur) het intakegesprek met ouders, volgt de ontwikkeling van het kind, plant de observaties in en registreert dit in het kindvolgsysteem KIJK!.
De mentor bespreekt de ontwikkeling en het welzijn van het kind minimaal 1x per jaar met de ouders op basis van de registratie in KIJK!.
Kinderen die opvallen
Wij accepteren kinderen zoals ze zijn: elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo.
We overleggen met onze collega’s, de clustermanager of pedagogisch coach en uiteraard met de ouders wanneer we iets opvallends zien bij een kind en ons hier zorgen over maken.
We doen zo nodig extra observaties en stellen een plan van aanpak op waarin is beschreven op welke manier het kind door ons zal worden begeleid.
We betrekken ouders tijdens het hele proces en evalueren de resultaten van het plan van aanpak met hen. We kunnen ouders doorverwijzen naar de Jeugdgezondheidzorg (JGZ) of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of (na toestemming van ouders) hier zelf ondersteuning vragen.
We volgen in dit proces het protocol ‘Kinderen die Opvallen’. De clustermanager, de pedagogisch coach of de inhoudelijk manager pedagogiek en VVE kunnen hierbij ondersteuning bieden.
Positief omgaan met ongewenst gedrag: Morele ontwikkeling
We realiseren ons dat bij jonge kinderen het moreel besef zich nog moet ontwikkelen.
We helpen kinderen door op een positieve manier te vertellen wat wel en niet mag.
We leggen uit welke regels er gelden en waarom.
Wij helpen kinderen om emoties op een goede manier te uiten.
We leren kinderen wat de ander voelt of ervaart.
Omgaan met ongewenst gedrag
We proberen na te gaan wat de oorzaak van ongewenst gedrag is zodat we aan kunnen sluiten bij wat het kind nodig heeft om weer prettig manier te doen in de groep.
We accepteren dat ‘lastig’ gedrag soms gerelateerd is aan een ontwikkelingsfase en we proberen het kind hiermee te helpen (bijvoorbeeld de ‘nee-fase’).
We gaan geen strijd aan maar we blijven geduldig, bieden duidelijkheid, geven keuzes en gedragsalternatieven.
We stellen zo nodig duidelijke grenzen en benadrukken de regels van de groep.
We geven geen straf, maar ongewenst gedrag kan wel consequenties hebben (bijvoorbeeld iets proberen te repareren dat kapotgemaakt is).
We halen een kind soms even uit de situatie (we bespreken wat er mis gaat en hoe het kan worden opgelost). We helpen het kind daarna om het opnieuw te proberen.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
We werken met de meldcode als er signalen zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit is een wettelijke verplichting.
We volgen een stappenplan als we zorgen hebben over een kind, die mogelijk kunnen duiden op kindermishandeling in de thuissituatie, door een medewerker van de kinderopvang of door de kinderen onderling.
Wij bespreken onze vragen of zorgen ook met ouders.
We hebben aandachtsfunctionarissen binnen de organisatie die adviseren en ondersteuning bieden.
Pedagogisch medewerkers worden jaarlijks geïnformeerd over de meldcode.