Grapje! Moet toch kunnen?
‘Pesten hoort erbij, kinderen zijn nu eenmaal hard tegen elkaar’. Is dat zo? Van de basisschool tot in het bejaardenhuis krijgen mensen te maken met pestgedrag. Maar dat betekent natuurlijk niet dat we het gewoon maar moeten accepteren! Want mensen kunnen hier jarenlang last van blijven houden. Pesten veroorzaakt stress, angst, eenzaamheid en gebrek aan zelfvertrouwen. En kinderen hebben juist een veilige omgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. De week tegen het pesten is in leven geroepen om aandacht te vragen voor dit onderwerp.
Grapje! Moet toch kunnen?
Je hoort het regelmatig voorbij komen: ‘Je moet wel tegen een grapje kunnen hoor!’. Grapjes zijn natuurlijk meestal ook heel leuk; ze zorgen voor gezelligheid en verbinding. Maar sommige grapjes zijn niet altijd en niet voor iedereen leuk. Zeker niet als de grapjes kwetsend zijn en structureel ten koste gaan van steeds dezelfde persoon. Er is namelijk een verschil tussen plagen en pesten. Pesten gebeurt langdurig en regelmatig, heeft een negatieve bedoeling en er is geen sprake van gelijkwaardigheid. Plagen gaat ‘heen en weer’ en is voor iedereen grappig. Bij pesten gaat het altijd één kant op, meestal richting hetzelfde slachtoffer. Er is groot een verschil tussen iedereen aan het lachen maken of juist één persoon belachelijk maken. Persoonlijke interpretatie speelt soms echter ook een rol: wat de één als grapje bedoelt, kan de ander als pesten ervaren.
Groepsdruk
Groepsdruk wordt gezien als de allergrootste factor bij pesten; mensen – en zeker kinderen – doen veel om bij de ‘coole groep’ te horen. Om ‘erbij te horen’ zijn kinderen bereid te pesten, mee te lopen of het pesten stilzwijgend goed te keuren. Pesten is echt een groepsprobleem: binnen de groep is iets aan de hand waardoor iemand behoefte voelt om te pesten en waardoor anderen daar in mee gaan. Belangrijk is daarom dus om pesten in de groep oplossen, het liefst zelfs dóór de groep. Als een groep zelf alert is op pesten, en dit afkeurt of ‘corrigerend’ optreedt, is ingrijpen van een volwassene vaak niet eens nodig.
Veilige sfeer
Een goede en veilige sfeer in de groep is echt het beste tegengif! Bij Hero besteden we daarom veel aandacht aan groepsvorming en we dragen uit dat iedereen in de groep erbij hoort. We vinden het belangrijk dat de kinderen met respect met elkaar omgaan, ongeacht hun verschillen. Iedereen is anders, maar dat is juist leuk en interessant!
Als er toch gepest wordt in de groep, grijpen we in. We maken het pesten bespreekbaar in de groep en met ouders. We zoeken samen naar een oplossing en maken goede afspraken. Alle partijen worden hierbij betrokken: de pester, het gepeste kind maar zeker ook de ‘meelopers’ en ‘omstanders’. Samen kan het pesten worden opgelost.
Wat kan je als ouder doen?
Kinderen vertellen thuis niet altijd dat ze gepest worden, en willen vaak al helemaal niet dat ouders zich ermee bemoeien. Soms speelt schaamte hierbij een rol, of de angst dat het pesten juist erger wordt. Als je sowieso veel met je kind praat over wat het meemaakt op school, hoe de sfeer in de klas is, en hoe het zich voelt, is het makkelijker voor je kind om over het pesten te vertellen. Als je kind aangeeft dat het gepest wordt, neem je kind dan serieus, luister met een open houding en toon begrip zonder direct een oordeel of mening te geven.
Gaat het om pesten, of gaat het om plagen? Onderzoek samen wat er precies gebeurt (wie, wat, waar, wanneer, waardoor) en bedenk hoe jullie het pesten kunnen stoppen. Hoe kan je kind het beste reageren? Wie kan je kind daar eventueel bij helpen? En wat kan jij als ouder doen om te helpen? Kies samen een oplossing waarvan jullie allebei denken dat het werkt. Als je kind het eerst zelf wil proberen op te lossen, dan kun je hierin ondersteunen met tips hoe het op een weerbare manier kan reageren. De tip geven het pesten gewoon te negeren is meestal geen goed idee omdat je kind dan de indruk geeft dat de pester blijkbaar gewoon over grenzen mag gaan. Als het pesten op school of bijvoorbeeld de sportclub aanhoudt is het verstandig om contact op te nemen zodat het in de groep kan worden opgelost. Soms kan daarnaast een weerbaarheidstraining goed helpen om zelfverzekerder te reageren op anderen.
Online pesten
Pesten gebeurt meestal buiten het zicht van volwassenen. En steeds vaker dus ook online. Denk hierbij aan het sturen van nare berichten, het verspreiden van ongewenst beeldmateriaal en het buitensluiten op sociale media. Hier is vaak nauwelijks zicht op. Wat kan je als ouder doen tegen online pesten? En beter nog, hoe kan je het voorkomen? Het helpt om een kind digitaal weerbaar te maken. Praat met je kind over wat hij of zij doet op het internet en kijk mee. Tijdens de basisschoolleeftijd kan dat nog goed. Later wordt dat steeds lastiger. Wijs je kind op risico’s en maak bijvoorbeeld afspraken over het delen van privégegevens, het afschermen van profielen, het plaatsen van bepaalde foto’s, het reageren op vriendschapsverzoeken van onbekenden en over omgangsvormen (zoals taalgebruik) op het internet. En nodig je kind uit om vooral open te zijn over wat er online allemaal gebeurt.
Wil je hier meer over weten? En wil je weten hoe je online pesten kan stoppen? Kijk dan eens op de website van Mediawijsheid.
